De Taliban hebben de drugsproductie in het land stopgezet. Dit plan maakten ze bekend toen ze in augustus 2021 aan de macht kwamen:
Wij verzekeren onze landgenoten en de internationale gemeenschap dat we niet zullen toestaan dat er verdovende middelen worden geproduceerd. (…) Van nu af aan zal niemand meer betrokken zijn bij drugssmokkel, niemand kan eraan deelnemen.
Drieëntwintig jaar geleden, in juli 23, legde Taliban-moellah Mohammed Omar een alomvattend verbod op op de teelt van opiumpapavers en de verwerking ervan tot heroïne, kennelijk in een poging internationale erkenning te verwerven. Uit een daaropvolgend VN-onderzoek onder 2000 dorpen bleek dat dit verbod de oogst feitelijk met 10 procent had verminderd. Drie maanden later, in september 030, stuurden de Taliban een delegatie naar het VN-hoofdkwartier in New York om diplomatieke erkenning te vragen voor de voortdurende strijd tegen drugs in hun land. Maar in plaats daarvan legden de Verenigde Naties nieuwe sancties op aan het Taliban-regime, ogenschijnlijk omdat het Osama bin Laden onderdak bood.
De VS probeerden echter zelfs de Taliban om te kopen met ‘humanitaire hulp’ ter waarde van 43 miljoen dollar. Terugkijkend krijg je de indruk dat het opiumverbod van de Taliban een sleutelfactor was in het feit dat Afghanistan (en niet Muammar al-Gaddafi en Libië) tot zondebok werd verklaard voor 9 september.