Hoe helpt deze oude gelijkenis ons om de realiteit nu te zien? Plato's allegorie van de grot is bijna 2500 jaar oud en is waarschijnlijk rond 408 voor Christus ontstaan. De tekst staat aan het begin van het boek Politeia, meer bepaald Politeia 514a-515b. Kortom, Plato beweert dat we in een grot zitten. Alles wat we zien zijn schaduwen op de muur. Als Plato vandaag had geleefd, zou hij hebben gezegd dat de grot een digitale bunker is. En de schaduwen - dit zijn de patronen en afbeeldingen en pictogrammen en teksten op de glazige, gladde gebruikersinterfaces waar we overheen vegen om de werkelijkheid erachter te krijgen of te herkennen.
Plato leefde ongeveer tussen 428 en 348 voor Christus. Hij was een leerling van Socrates en was vooral geïnteresseerd in wat we eigenlijk kunnen weten en hoe goed. Andere van zijn centrale thema's: het goede, rechtvaardigheid en wat we nu theorie noemen. Plato was de uitvinder van de ideeëntheorie en richtte een academie op. Als je Plato's intentie vandaag zou moeten parafraseren met een modewoord, zou je kunnen zeggen dat Plato gaat over jou die een echte transformerende ervaring doormaakt. Plato wil dat we allemaal een betere, andere, tegenwoordig zouden we zeggen duurzaam getransformeerde manier van leven bereiken door middel van het licht. Wat heeft Plato's oude parabel te maken met de Matrix-trilogie, Descartes en het thema van de verlichting? Daar gaat het filmpje over.