De Zuid-Koreaanse familiekomedie 'Save the Zoo' voelt over het algemeen erg 'westers' aan, maar verliest niets van zijn warmte en humor. Daarom is het de moeite waard om eens te kijken naar een van de eerste nieuw aangekondigde bioscoopreleases na de Corona-crisis.
Het basisidee van «Save the Zoo» lijkt buitengewoon vertrouwd. Een berekenende zakenman (of een andere autoritaire tijdgenoot) neemt een taak op zich die is afgestemd op zijn eigen behoeften, in dit geval een dierentuin redden voor wederverkoop. Na verloop van tijd begon deze tijdgenoot zich echter zo vertrouwd te maken met zijn nieuwe baan en de mensen erachter te leren kennen dat de ambitieuze zakenman eindelijk zijn hart ontdekte en plotseling minder geïnteresseerd raakte in zijn carrière en meer geïnteresseerd in het project zelf . Bijvoorbeeld gezien in "Sister Act", "I - Simple and Improveable" of "Highway to Hellas" - om zo te zeggen het hele scala aan komedies. Aangezien "Save the Zoo" ook naadloos in dit rijtje past, is het verrassingseffect binnen de film laag. En toch maakt regisseur Jae-gon Son («Yicheungui akdang») de weg naar het voorzienbare doel buitengewoon vermakelijk.
Want in plaats van zoals in films als "We kopen een dierentuin" of andere vertegenwoordigers van het genre "We moeten een etablissement weer aan de praat krijgen bij de haak of bij de boef", lieten de makers van "Rettet den Zoo" de fundamenteel klinkende dramatische - of beter gezegd: nostalgisch - ondertoon buiten. Je film is een door en door absurde komedie en in plaats van te zien hoe de toestand van de dierentuin in de loop van het verhaal verbetert, vertrouwen de reddingswerkers van de dierentuin op mensen in dierenkostuums. Het gaat er dus niet om elke dag betoverd af te wachten of er eindelijk een toeschouwer verdwaalt in de dierentuin, zodra die weer open is komen de bezoekers vanzelf, maar om te zien of de duizeligheid losbarst. Wat echter klinkt als een nogal dwaas idee, heeft een onverwachte oprechtheid in de hier gepresenteerde presentatie. Het resultaat is een verscheidenheid aan buitengewoon grappige momenten: bijvoorbeeld wanneer een bezoekmeisje haar ongeïnteresseerde moeder vertelt dat de dieren nep zijn, maar ze geen aandacht schenkt aan wat haar kind zegt. Of alle scènes waarin de gekostumeerde mensen zich onopgemerkt voelen, met name de luiaard die constant op de smartphone typt, draait de absurditeitsschroef goed aan. Een goed begin van het post-corona bioscoopjaar 2020, de film staat gepland voor 4 juni in onze bioscopen...
Tae-soo droomt van een carrière bij het advocatenkantoor, waar hij al maanden alleen boodschappen mag doen als assistent op proef. Zijn wens lijkt binnen handbereik als zijn baas hem op een dag een goedbetaalde vaste baan belooft onder de volgende voorwaarde: Tae-soo moet binnen drie maanden een dierentuin die op de rand van het faillissement staat weer aan de praat krijgen zodat een potentiële koper kan worden gevonden. Omdat de dierentuin nu bijna alle dieren heeft moeten verkopen en dus geen bezoekers kan trekken, komt Tae-soo met een gek maar briljant idee: de overgebleven medewerkers moeten zelf in levensechte kostuums in de rol van de dieren kruipen! Het plan zou kunnen werken, want wie zou nepdieren in een dierentuin vermoeden?