In 1891 waren er slechts zeven ziekten bekend. Er waren dus maar 7 medicijnen en alle medicijnen waren gemaakt van planten. Je zou het kunnen afdoen als onwetendheid of een laag wetenschappelijk niveau. Vandaag, 12 jaar later, hebben we 120 wettelijk geregistreerde ziekten en bloeit de farmaceutische markt. En we hebben 10 gepatenteerde medicijnen!
Het woord ‘farmaceutisch’ komt van het Griekse woord ‘pharmakon’, wat ‘giftig, giftig’ betekent.
De farmaceutische industrie bouwt alle medische scholen. Ze stellen een curriculum op waarin de toekomstige artsen leren wat ze moeten leren. Een zin past hier perfect bij:
“Wiens brood ik eet, wiens lied ik zing.”
Waar zijn ze voor opgeleid? Voor het voorschrijven van de 561 gepatenteerde medicijnen.
Weten ze dus echt wat ze eigenlijk doen?
Als ze echt weten wat ze doen, hoe is het dan mogelijk dat steeds meer mensen elk jaar kanker krijgen en niet minder (laat alsjeblieft de theorie varen die ons is geleerd dat alle ziekten uitsluitend genetisch en erfelijk zijn)?
Waarom zijn er elk jaar meer hartpatiënten en niet minder?
Waarom neemt diabetes elk jaar toe en niet af?
Waarom zijn er steeds meer spijsverteringsproblemen?
Waarom zijn er meer heupprothesen?
Waarom is er steeds meer artritis?
Warum?
Hoe is dat mogelijk?
Ze weten niet!
Het enige wat ze weten is dat als ze nog eens 1000 miljard euro of dollars krijgen, ze misschien een antwoord kunnen vinden.
Dat is zo grappig.
Als ze echt weten wat ze doen, waarom zijn er dan steeds meer zieke mensen en niet minder?
Ik kijk er al meer dan 30 jaar op dezelfde manier naar...